PP015M

Het geluidsvolume van het apparaat verlagen

Met de stille functie kunt u ervoor zorgen dat het apparaat minder geluid maakt. Selecteer deze functie als u wilt dat de printer 's nachts of in andere omstandigheden minder geluid maakt.
Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen.

De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt:

  1. Selecteer Stille instellingen (Quiet Settings) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility

    afbeelding: Stille instellingen in Canon IJ Printer Utility
    Opmerking
    • Als de computer niet kan communiceren met het apparaat, verschijnt er mogelijk een bericht omdat de computer geen toegang heeft tot de informatie die is ingesteld op het apparaat.

      Als dit gebeurt, klikt u op Annuleer (Cancel) om de meest recente instellingen op de computer weer te geven.

  2. Stel de stille modus in

    Geef desgewenst een van de volgende items op:

    Stille modus niet gebruiken (Do not use quiet mode)

    Selecteer deze optie als u het apparaat wit gebruiken met het normale werkingsvolume.

    Stille modus altijd gebruiken (Always use quiet mode)

    Selecteer deze optie als u wilt dat het apparaat minder geluid maakt.

    Stille modus gebruiken op opgegeven tijden (Use quiet mode during specified hours)

    Selecteer deze optie als u wilt dat het apparaat minder geluid maakt op de opgegeven tijden.
    Geef de Begintijd (Start time) en de Eindtijd (End time) op van de periode waarin de stille modus actief moet zijn. Als beiden op dezelfde tijd zijn ingesteld, werkt de stille modus niet.

    Belangrijk
    • U kunt de stille modus instellen vanuit het bedieningspaneel van het apparaat of het printerstuurprogramma.
      Wat u ook gebruikt om de stille modus in te zetten, de modus wordt toegepast als u bewerkingen uitvoert vanuit het bedieningspaneel van het apparaat of als u afdrukt of scant vanaf de computer.

    • Als u een tijd opgeeft voor Stille modus gebruiken op opgegeven tijden (Use quiet mode during specified hours), wordt de stille modus niet toegepast op bewerkingen (zoals kopiĆ«ren of direct afdrukken) die rechtstreeks vanaf het apparaat worden uitgevoerd.

  3. Pas de instellingen toe

    Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en klik op Toepassen (Apply).
    Klik op OK in het bevestigingsbericht.

    De instellingen zijn geactiveerd.

Opmerking
  • De stille modus kan minder effect hebben, afhankelijk van de instellingen voor afdrukkwaliteit.

Naar boven